Historie

De geschiedenis van de Grote Kerk

De oorspronkelijke kerk die gebouwd werd vanaf ongeveer 1150, was gewijd aan de bekende missionaris en bisschop Willibrord. In 726/727 kreeg Willibrord een kerkje dat in Vlaardingen stond ten geschenke van priester Heribald. Van dat, mogelijk houten kerkje, is nooit wat teruggevonden.

Van de kerk waarvan de bouw, in opdracht van graaf Dirk VI , omstreeks 1150 begon, zijn in 1967 de fundamenten teruggevonden. In oorsprong moest het een vrij grote kerk worden, in de residentie van de graaf van Holland. Maar helaas werden deze plannen ruw verstoord door de grote overstroming in de winter van 1164. Vlaardingen werd verwoest, de bouw van de kerk stopgezet. Pas veel later bouwde men door op de fundamenten die er al waren.

In de loop van de veertiende eeuw was de kerk klaar: een driebeukige kerk met een lang koor, waarnaast een Mariakapel. Deze kerk ging in 1572 vrij geruisloos over van het Katholieke geloof naar de Protestantse kant. De vele altaren, beelden en andere versieringen werden verwijderd.

Op het kruispunt van het koor, het middenschip en de transepten (de dwarsbeuken), was in de twaalfde eeuw een toren opgetrokken. Op oude prenten is die toren te zien.
Deze toren werd in 1743 wegens bouwvalligheid weer afgebroken. Op die oude prenten is ook te zien dat de kerk kleiner was dan de fundamenten aangeven. Want tijdens de tachtigjarige oorlog werd Vlaardingen grotendeels verwoest. Dat gebeurde in 1574, de stad werd in brand gestoken door de Geuzen om te voorkomen dat de Spanjaarden hier een uitvalsbasis zouden hebben in de strijd om de macht in het maasmondgebied.

Na deze ramp werd de kerk hersteld, eerst alleen het gedeelte vanaf de toren tot de koorabsis, en ook de toren, die als baken voor de scheepvaart onmisbaar was. Wat later ook de noordbeuk en daarna de zuidbeuk. We kunnen dan ook zeggen dat de Grote Kerk in zijn huidige vorm het resultaat is van herbouw in de zeventiende eeuw.

In 1744 werd de kerk voor het laatst vergroot. Doordat de oude toren werd afgebroken kwam er ruimte om de kerk te verlengen met ongeveer acht meter. Een nieuwe toren verrees voor de kerk en was in 1746 klaar. Die staat er nog, zo’n 52 meter hoog bekroond met een windwijzer in de vorm van een hoekerschip. Er in hangt het Oranjecariljon, in gebruik gesteld door koningin Juliana in 1950. De drie grootste klokken nodigen met hun gelui de kerkgangers elke zondag om naar de kerk te komen.

Binnen in de kerk is niet veel te zien van oud meubilair. Helaas werd in 1865 alles uit de kerk gesloopt om een nieuwe indeling te maken. De kerk, het was nog steeds de enige kerk in Vlaardingen, en kon alle kerkgangers niet meer bevatten. Door het aanbrengen van grote gaanderijen en houten banken in en opstelling als in een amphitheater, was de kerk in staat zo’n 1300 kerkgangers te bergen. Maar mooi was het niet.. De oude eikenhouten banken, preekstoel en andere onderdelen werden ingeruild voor vurenhouten banken en een niet al te fraaie kansel. Honderd jaar was de kerk zo ingericht.

In 1967 begon een grote restauratie die de Grote Kerk weer iets teruggaf van de oude schoonheid. Ook het Van Peteghem-orgel, in de kerk geplaatst in 1822, werd onder handen genomen. Uiteindelijk was de hele kerk weer optimaal beschikbaar voor de eredienst in 1973, toen werd ook het orgel weer in gebruik genomen. Een sieraad voor de kerk is dat orgel nog steeds. Maar het is ook een historisch zeer waardevol instrument en daarmee een zeer waardevol en onvervangbaar onderdeel van de Grote Kerk. Oorspronkelijk bouwde Pieter van Peteghem in 1763 dit orgel voor de kerk van de Boudeloo-Abdij in Gent. In 1819 kochten de kerkvoogden van Vlaardingen het orgel en lieten het aanpassen voor plaatsing in onze kerk. Kenmerkende stemmen heeft dit orgel: mooie tongstemmen die uitbundig kunnen klinken. Maar ook prachtige klinkende fluiten. In het midden van de kerk, in het liturgisch centrum, staat de hoge kansel die afkomstig is uit de Willemskerk in Den Haag.Grote Kerk Markt (2

Maak een afspraak